Een kuipplant van formaat: zo mag de engelentrompet best genoemd worden. De indrukwekkende verschijning en de 25 cm lange bloemkelken zijn al verleidelijk. Maar de engelentrompet biedt nog meer: ze geurt fantastisch! Vooral op zwoele en windstille avonden is de aangename, zoete geur heerlijk!
Tropische afkomst
De engelentrompet (Brugmansia) is een hele makkelijke plant, ondanks haar tropische uiterlijk en afkomst. Hoewel bijna alle Brugmansia soorten uit Zuid-Amerika komen, heeft de plant geen hoge temperaturen nodig om te groeien en te bloeien.
Al in de 17e eeuw was deze kuipplant zeer geliefd op buitenplaatsen. Eeuwenlang werd de engelentrompet ‘Datura' genoemd, of doornappel. Pas in de laatste decennia van de vorige eeuw kreeg ze haar huidige vriendelijker naam: Brugmansia.
Familie van de aardappel
Engelentrompet behoort tot de familie van de nachtschadeachtige (Solanaceae), waartoe onder andere ook de tomaat en de aardappel behoren. Van de engelentrompet zijn een aantal soorten zeer bekend zoals de Brugmansia aurea, Brugmansia sanquinea en Brugmansia suaveolens. Ze hebben allemaal grote bladeren en lange trompetvormig gelobde bloemen.
- Brugmansia Aurea is afkomstig uit het gebergte van Columbia en Equador. De bloemen kunnen wel 30 cm lang worden! Deze plant is door kruising geschikter gemaakt voor ons klimaat en is verkrijgbaar onder de naam: B. aurea x suaveolens. Vooral de witte bloemen geuren sterk.
- Brugmansia Sanguinea heeft 15 cm lange, prachtig oranje tot roodachtige, niet-geurende bloemen en is afkomstig uit Brazilië.
- Brugmansia Suaveolens is de meeste bekende en één van de mooiste Burgmansia's. Ze heeft lange, sterk aromatische bloemen die wel 30 cm lang kunnen worden. Overdag laat zij de bloemen hangen om ze 's avonds weer op te richten.
Veel water en mest
Alle engelentrompetten kunnen tegen de volle zon, maar in de halfschaduw bloeien ze langer. Goede potgrond met wat klei in een ruime pot, elke dag veel water geven (met warm weer tot zelfs 3x per dag) en één keer per week wat vloeibare plantenvoeding of korrelmest op de potgrond, zorgen voor een aanhoudende bloei. De prachtige bloemen van de engelentrompet ontluiken vanaf juni tot de eerste vorst.
Overwinteren en snoeien
Zet de engelentrompet in de herfst op een koele plaats in huis om te overwinteren. Heeft u een kas, dan kunt u de engelentrompet ook in de volle grond ingraven. Water geven doet u dan eenmaal per week. Na de winter haalt u de plant uit de pot en snijdt rondom een stuk van de wortels af. Vul de pot op met potgrond en meng daar nog wat langzaam werkende organische mest doorheen. Na het verpotten kunt u weer beginnen met regelmatig water te geven. Snoei de engelentrompet rond half mei en neem alle te lange of te dunne en dode takken weg. De beschreven soorten worden uiteindelijk ongeveer 1,5 m hoog: u kunt decennia lang genieten van deze tropische verrassing.