Ridderspoor

ridderspoor

Een bloeiende Ridderspoor is een echte blikvanger. De prachtige lange bloemaren staan ook wel bekend onder de naam Delphinium, wat Latijns is voor ‘dolfijn’. Wanneer je heel goed kijkt, herken je de vorm van het dier in de knoppen. Van deze afstammeling van de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae) zijn ongeveer 250 soorten. Dit is te danken aan de vele kwekers, die de plant de afgelopen honderd jaar hebben veredeld. Dit verleden heeft ervoor gezorgd dat we tegenwoordig in Nederland kunnen genieten van deze bijzondere plant.

Historie

Wanneer je de historie van deze plant probeert te achterhalen, zal je op diverse sagen, mythes en legendes stuiten. Een erg leuke, die ook het meest aansluit op de hierboven gegeven verklaring van de naam, is een Romeinse legende. Deze beschrijft een vertelling van een man, die op wonderbaarlijke wijze gered zou zijn door een dolfijn. Wanneer vrienden het dier trachtten te vinden, waarschuwt de man deze. Toen dit niet mocht baten, redde Neptunus de dolfijn door hem in een bloem te veranderen: de Delphinium.

De werkelijke geschiedenis vertelt uiteraard een ander verhaal. Daarin wordt de hoofdrol gespeeld door de ontdekkers en kwekers. Bekende namen in de jaren van de hybridisatie van deze winterharde plant zijn onder andere Victor Lemoine, James Kelway, Blackmore and Langdon, Watkin Samuel, Frank Bishop, Karl Foerster, Frank Reinelt, Charles Barber en B. Ruys.

Ridderspoor in het wild

In het wild komen riddersporen hoofdzakelijk voor in streken op het Noordelijk halfrond.
Enkele soorten kunnen we terug vinden in hoog gelegen delen van Afrika. Deze wilde variëteit heet ook wel ‘Delphinium consolida’. Dit refereert aan het gebruik om wonden te dichten (consolideren). Ridderspoor wordt dan ook bij diverse medicijnen aangewend. Een bizarre gedachte als je nagaat dat de bladeren en het zaad van de Ridderspoor eigenlijk giftig zijn. (Let wel: dit geldt alleen bij het eten van de plant, door bijvoorbeeld huisdieren.)

Hybriden Ridderspoor

In Europa is de voornaamste ouderplant van de hybriden de grootbloemige ‘Delphinium elatum’. Maar ook de ‘ D. Formosanum’ en de ‘D. Grandiflorum’ hebben een groot aandeel gehad tijdens de ontwikkeling. Vooral in Engeland, Duitsland en Nederland is grootschalig geëxperimenteerd om goede hybriden te kweken.

De hybriden van de ridderspoor kunnen in drie groepen worden ingedeeld:

  • ‘Belladonna’-hybriden (worden ongeveer één meter hoog en hebben een bossige groei)
  • ‘Elatum’-hybriden (bereiken een hoogte van één tot één meter tachtig, in aarvorm: op lange onvertakte stengels)
  • ‘Pacific’-hybriden (onvertakte aren van anderhalf tot wel tweeënhalf meter hoog!)

Schitterende bloei


Riddersporen komen het meest voor in paarse, witte en blauwe varianten. De planten bloeien van juni tot en met augustus. Met voldoende water, mest en zon bloeien ze wel twee keer per jaar! Na de eerste bloei de takken gewoon even vijf tot tien centimeter boven de grond afsnijden. Er zullen vanzelf nieuwe takken ontstaan, die weer voor een stralende bloei zorgen. Gezien de hoogte die de plant kan bereiken, is het aan te bevelen ze te ondersteunen met een stok. Zo blijven ze mooi en statig boven de border uit prijken!

Ridderspoor: een opvallende schoonheid in jouw tuin!