Na de bloei van eenmalig bloeiende klimrozen, snoei je ze terug tot de eerste stevige jonge scheuten, dus de duidelijk nieuwe aanzetten van takken. Hierdoor zal de plant volgend jaar nog mooier bloeien!
Het snoeien van doorbloeiende en bloeiherhalende rozen doe je na de eerste zomerbloei: knip de uitgebloeide bloementrossen weg tot het eerste vijfblad. Hier mag je dan een nieuwe scheut met bloemen verwachten.
Hoofdsnoei
Het echte snoeien moet in maart/april gebeuren. Je kunt oude en verdorde takken zo diep mogelijk wegsnoeien. Als de struik te warrig of te dicht dreigt te worden neem je hele takken weg, meestal de oudste. Wees niet bang de struik te "vernielen", want volgend seizoen zal de plant zich spectaculair herstellen!
Behoud 4 tot 5 stevige hoofdtakken, zo mogelijk de jongste. Snoei op deze takken alle zijtakken terug tot 2 à 3 ogen (dit zijn de plaatsen waar jonge loten zich ontwikkelen). Bindt de jonge takken waaiervormig op. Horizontale of gebogen ranken bloeien het volgend seizoen uitbundiger.
Bij een guirlande snoei je alleen de takken waar zich geen bloemen meer ontwikkelen.
Wilde scheuten
De meeste rozen zijn geënt op een wilde onderstam. Daardoor kan het gebeuren dat zich opeens een snel groeiende wilde scheut ontwikkelt. Deze is te herkennen aan de opvallend vele stekeltjes. Snoei zo'n wilde scheut direct zo diep mogelijk weg. De wilde scheut vreet energie en vermeerdert zich heel snel, waardoor jouw 'echte' roos zou verkommeren.
Jouw klimroos groeit zeer snel en je verwacht een overweldigende bloei. Daarvoor is het wel noodzakelijk om drie maal per jaar te bemesten.