Orchidee Brassia x bratonia 'Toscane' Geel-Bruin Brassia x bratonia 'Toscane'

De spinorchidee wordt in een kwekerspot geleverd. Zet de plant op een lichte plaats maar niet in de felle zon in de woonkamer. De ideale temperaturen voor Brassia liggen tussen 18 en 22 °C.

Houd de wortels van de spinorchidee regelmatig vochtig met bij voorkeur lauw regenwater of ander kalkarm water. In de zomer heeft de plant veel water nodig, eventueel kunt u hem dompelen in lauw regenwater. Dit is de beste manier. Laat het water altijd goed uit de bloempot lopen. Meng 1 keer per maand plantenvoedsel door het gietwater. Gebruik mest voor bloeiende planten of voor tomaten met een hoog kalium gehalte. Zorg voor een hoge luchtvochtigheid door de plant te besproeien. Als de bloemen zijn uitgebloeid kunt u de bloemtak afknippen. Elke schijnknol bloeit maar één keer en vormt daarna minimaal één nieuwe schijnknol.
Als de plant te groot wordt kunt u haar verpotten naar een grotere pot. U kunt Brassia dan ook vermeerderen maar laat altijd minimaal 3 schijnknollen aan elkaar in een nieuwe pot. Gebruik een scherp mes en luchtige orchideeëngrond hiervoor.
 
  Rustperiode De spinorchidee vormt nieuwe schijnknollen, meestal in het najaar. Als u deze schijnknollen ziet verschijnen groei de plant nog. Als de schijnknollen volgroeid zijn en dik, gevuld en stevig aanvoelen, heeft de plant een rustperiode van ongeveer 8 weken nodig. Zet de plant koeler (ca. 16°C), geef weinig water (één keer per 2 weken) en geen plantenvoedsel. Het groeimedium mag echter niet helemaal uitdrogen. In de rustperiode worden de nieuwe bloemknoppen aangelegd. Na deze periode kunt u Brassia weer warmer zetten in de huiskamer en weer meer water met wat plantenvoedsel geven.

 
De prachtig getekende bloemen van de spinorchidee verspreiden een heerlijke geur. De bloemblaadjes zijn geelgroen en de bovenste delen hebben leuke bruine vlekjes. Het is een vrij makkelijke kamerplant die veel bewonderende blikken zal oogsten.
De orchidee Brassia groeit oorspronkelijk in Zuid-Amerika. De orchideeën groeien er hoog in de bomen van het oerwoud en op rotsen. Met haar luchtwortels zet de plant zich vast in schors- en rotsspleten. De wortels voeden zich met de ochtenddauw en regen. Dit soort orchideeën moeten in een bijzonder luchtige potgrond staan omdat de wortels eigenlijk luchtwortels zijn.