Bemest je aardbeien in het voorjaar met de speciale Bakker aardbeienmest. Gebruik bij de bemesting niet teveel stikstof, dit zorgt voor een waterige smaak. Verwijder regelmatig het onkruid en geef in droge perioden extra water. Een laagje mulch is aan te raden, zo droogt de grond niet zo snel uit en worden de vruchten tegen rotten beschermd.
Als je bij het planten geen verhoogd bed heeft aangebracht met zwart folie, kan je nog voordat de aardbeien gaan rijpen, stro tussen de planten leggen. Een paar weken na de oogst wordt het blad van de aardbeien lelijk. Knip dan alles af en laat alleen wat jonge bladeren in het hart staan. Verwijder ook alle uitlopers.
De planten blijven meestal twee jaar op dezelfde plek staan. Daarna maak je op een andere plek een nieuw bed met jonge planten. Aardbeien kunnen ook heel goed in bloempotten en plantenbakken gekweekt worden. Laat de planten in een koele, vorstvrije ruimte overwinteren.
Het oogsten van de aardbeien
Aardbeien (Fragaria x ananassa) zijn er in 2 groepen:
- Soorten die een eenmalige oogstperiode kennen. Dit zijn soorten die een beperkte oogstperiode kennen. Deze begint in juni en eindigt in juli maar met een zwaartepunt in juni.
- Soorten die doordragen. Dit zijn soorten die vanaf juni tot in oktober vruchten produceren.
Uiteindelijk brengen beiden typen gemiddeld genomen evenveel op per jaar, alleen verschillen ze dus sterk in de pluktijd.
De aardbeien zijn het lekkerst als ze aan de plant rijpen: regelmatig plukken dus. De vruchten zijn niet heel lang houdbaar, eet ze direct op of verwerk ze bijvoorbeeld tot jam of ijs.
Zonder bescherming van netten zullen de vogels het oogstwerk voor je doen. Het is handig hoepels over de bedden te buigen en hier fijnmazige netten overheen te spannen.