De campanula: de bloem die altijd lukt, zelfs zonder groene vingers.

Geschreven door Noah Q uit Heerenveen.

Wat is een campanula?

Herkomst en botanische achtergrond

Als tuinliefhebber kom ik de campanula overal tegen. De campanula, in het Nederlands ook bekend als klokjesbloem, is een plantengeslacht dat zijn roots heeft in Europese berggebieden, maar inmiddels voel je ze zich thuis op balkons, in tuinen en zelfs binnen op de vensterbank. Met hun speelse klokvormige bloemen – die variëren van wit tot diepblauw – zijn ze niet alleen een lust voor het oog, maar ook nog eens onwijs toegankelijk voor iedereen.

De botanische naam "campanula" betekent letterlijk "kleine klok", en dat zie je terug in de sierlijke bloemen. Deze planten horen bij de familie van de klokjesbloemigen (Campanulaceae). Ze zijn robuust, gemakkelijk te combineren en doen het gewoon goed, zelfs als je nog niet veel tuinkennis hebt.

Verschillende soorten campanula

Het leuke aan campanula’s vind ik dat er zoveel verschillende soorten zijn, elk met hun eigen uitstraling en groeikarakter. Zo is er voor elke plek en smaak een passende variant: van de bekende bodembedekkers tot de sierlijke opgaande soorten.

Campanula portenschlagiana

Deze soort springt er voor mij altijd uit. Campanula portenschlagiana, ook bekend als Dalmatische klokje, groeit vlot de randen van bloembakken over en maakt in korte tijd een prachtig tapijt van blauw-paarse bloemen. Perfect als bodembedekker, maar ze fleuren ook muurtjes en potten op.

Campanula carpatica

Campanula carpatica, of karpatenklokje, heeft wat grotere, open klokjes die fier boven het blad uitsteken. Ze bloeien lang, in kleuren van zuiver wit tot lichtblauw, en zien er altijd fris en vrolijk uit. Fijn als accentplant in de border of in een mooie pot op het terras.

Campanula persicifolia

Campanula persicifolia heb ik zelf leren kennen als de hoge klokjesbloem met smal, grasachtig blad. Deze soort past mooi tussen andere vaste planten, vooral door de elegante lange bloemstengels met helderblauwe of witte klokjes. Ze laten zich goed combineren en zijn een vaste waarde in mijn tuin.

Waarom is de campanula zo makkelijk?

Weinig onderhoud nodig

Wat ik zelf zo prettig vind aan de campanula, is hoe weinig je eraan hoeft te doen. Na het planten doet de plant het meestal vanzelf. Campanula’s hebben een groot aanpassingsvermogen: ze vragen weinig voeding, hoeven zelden gesnoeid en zijn niet snel vatbaar voor ziektes. Even water geven tijdens droge periodes en ze blijven maandenlang plezier geven.

Geschikt voor beginners

Heb je weinig tuiner ervaring (of gewoon geen zin in gedoe)? Dan is dit echt een instapplant. De campanula vergeeft kleine fouten: een dagje vergeten water geven is geen ramp. Zelfs als je per ongeluk de verkeerde plek hebt gekozen, herstelt de plant zich bijna altijd.

Groeit zowel binnen als buiten

Wat ik ideaal vind: campanula’s zijn niet kieskeurig. Zet je ze buiten, dan gedijen ze in borders, in potten, in de schaduw of zon. Binnen doen ze het ook goed op een lichte vensterbank. Daardoor passen ze in elk tuinplan, van volle grond tot balkon op drie hoog.

Campanula planten: Stap voor stap

De juiste standplaats kiezen

Voor het planten kijk ik altijd goed naar licht en plek. Campanula’s groeien zowel in de halfschaduw als in de zon. Wil je snel resultaat, kies dan een plek waar het ochtendzonnetje schijnt en waar de grond goed waterdoorlatend is.

Bodemvoorbereiding

Een goede start is het halve werk! Maak de grond los en meng er wat compost of potgrond doorheen. Zo krijgt de campanula een mooie voedingsbodem. In een pot is het extra belangrijk om kleikorrels of potscherven op de bodem te leggen, voor goede drainage.

Planten en water geven

Het planten is simpel: graaf een gat dat iets groter is dan de wortelkluit, zet de campanula erin, vul aan met aarde en druk licht aan. Daarna flink water geven zodat de wortels goed contact maken met de grond.

Wanneer planten?

Zelf plant ik ze het liefst in het voorjaar of het najaar. De grond is dan vochtig en nog niet te koud of heet. Maar eerlijk: campanula’s kunnen bijna het hele groeiseizoen geplant worden – zolang het niet vriest of snikheet is.

Hoeveel water heeft de campanula nodig?

In de eerste weken na het planten geef ik de campanula regelmatig water – zeker bij droogte. Daarna hoef je alleen bij lange droogte wat extra te geven. In potten droogt de aarde wel sneller uit, dus daar check ik vaker even of de bovenlaag droog is.

Verzorging van de campanula

• In pot met viooltjes voor een zacht, vrolijk effect
• Tussen siergras voor een losse, natuurlijke uitstraling
• Als randplant aan het terras, gecombineerd met lage lavendel

Veelgestelde vragen over campanula

Waarom bloeit mijn campanula niet?

Als de campanula niet bloeit, kan het liggen aan te weinig licht, te veel schaduw of te rijke (te veel stikstof) grond. Probeer de plant iets meer licht te geven en minder (of andere) voeding te geven. Snoei uitgebloeide bloemen weg – dat stimuleert nieuwe bloei.

Kan een campanula binnen overleven?

Jazeker! Op een lichte plek zonder direct brandende zon doet de campanula het prima binnen. Geef af en toe water, laat de kluit niet uitdrogen, en bemest licht tijdens de groeiperiode. Ventileer goed om schimmel te voorkomen.

Hoe kan ik campanula vermeerderen?

Zelf campanula’s vermeerderen is eenvoudiger dan je denkt. Het makkelijkst vind ik scheuren: in het voorjaar of najaar haal je de plant uit de grond, verdeelt de wortelkluit in stukken en plant die apart terug. Je kunt ook stekken nemen of zaadjes oogsten, maar scheuren geeft snel resultaat.